Proloog zeven
Met een voltooide spreuk was hij verloren, niets Walhalla, eeuwige pijn in de hel dat stond hem te wachten. De opdracht van de tovenaar: ‘Ik wil de vrouw levend,’ vergat hij, Svein wilde zelf leven! Het slap gegooide mes raakte Caitlyn half, net voldoende voor een hapering in de spreuk en genoeg voor Svein om de bijl te gooien. Traag worstelend tegen de gestopte vloek volgde Svein de bijl.
Zwaargewond opende Caitlyn haar mond. De zwaardstoot van Svein ging dwars door Caitlyn heen en brak de spreuk definitief af.
Aan de bevroren makkers besteedde hij geen aandacht, hijgend nam Svein de ruimte in zich op. Daar lag die vervloekte opdrachtgever bewusteloos tegen de muur en hier lag de tovenares.
Woest schudde Svein het hoofd om het schouwspel van de dood af te werpen, de kameraden sloeg hij wakker met een paar keiharde klappen.
Svein stopte de duivel uit de hel en toch voelden alle Vikingen dat het monster op hen loerde. De onvoltooide spreuk zweefde om hen. Gedreven door een onnoembare angst moesten ze weg uit deze gedoemde, vervloekte burcht. De schoppen van Svein hadden ze niet nodig. Naar de schepen wilden ze. Bedienden, vrouwen, al dan niet gekleed, kinderen, een paar laatste soldaten mengden zich onder hen en geen Viking die een zwaardslag uitdeelde. Zelfs de dieren lieten de burcht in de steek.
Als laatste daad staken ze de burcht in brand om op die manier hun vrienden een goede overgang naar het Walhalla te gunnen. Of die bewusteloze tovenaar omkwam, kon ze geen snars schelen.
(Word vervolgd)
Toelichting
Proloog een is het eerste hoofdstuk van ‘Draken, reuzen en zwarte dwergen.’ YA fantasy over een tovenaarstweeling jagend op hun zwarte oom, de moordenaar van hun ouders.
Nieuwsgierig? Deze link brengt je naar een inkijkexemplaar en toon de eerste pagina’s van het verhaal.
Hier vind je mijn contactformulier
Zo ga je naar mijn persoonlijke Facebook
Dit is mijn Instagram-account.
Geef een reactie