Het vijfkeizerjaar
Het vijfkeizerjaar? Je bedoelt het vierkeizerjaar. Nee hoor. Honderd jaar vrede en welvaart hadden de Romeinen de ellende van het vierkeizerjaar doen vergeten. En wat krijg je dan? Juist, een vijfkeizerjaar. Commodus was vermoord en het lijk was nog niet koud toen Pertinax, ze zeggen een van de samenzweerders, tot keizer werd benoemd. Het was een bijzonder figuur. Als zoon van een vrijgelaten slaaf klom hij op tot het hoogste ambt van het Romeinse rijk. Dan heb je wat in je mars. Maar van dat keizerschap heeft hij niet veel lol van gehad.
Binnen enkele dagen kreeg hij te maken met de eerste couppoging. Ook de tweede couppoging mislukte. De derde poging was succesvol. Pertinax had namelijk de fout gemaakt de keizerlijke, Pretoriaanse garde te weinig geld als beloning voor hun aandeel in de moord op Commodus te geven. Hij probeerde het goed te maken door waardevolle eigendommen van Commodus te verkopen. Ook de concubines en schandknapen van zijn voorganger gingen in de verkoop. Het mocht niet baten. Alles bij elkaar hield Pertinax het zevenentachtig dagen vol voor hij vermoord werd. Dat was keizer nummer een
De Pretoriaanse garde wil geld zien
Van Pertinax had de Pretoriaanse garde iets geleerd, ze wilden boter bij de vis. Ze speelden twee kandidaten tegen elkaar uit. Senator Didius Julianus bood 25.000 sestertii per soldaat. Ter vergelijking een gewone legionair verdiende 80 sestertii per maand. Didius won. De garde dwong de senaat hem uit te roepen tot keizer. Zijn troonsbestijging lokte een burgeroorlog uit. De gouverneurs van drie provincies kwamen in opstand.
Een van hen, Septimius Severus, trok onmiddellijk naar Rome, zette Didius Julianus af en liet hem onthoofden. Didius was zeventig dagen keizer geweest. Beetje duur keizerschap voor al die sestertii. Einde keizer nummer twee. Septimius zelf werd keizer nummer drie, stuurde de gehele Pretoriaanse garde naar huis en liet ze met rust. De groep soldaten die Pertinax hadden vermoord executeerde hij.
Nog twee keizers te gaan
Die Septimius was een lepe jongen en sloot vrede met Clodius Albinus, een van de twee resterende gouverneurs. Clodius Albinus was niet zo slim, die ging ermee akkoord. Zo kon Septimius zich concentreren op Pescennius Niger, de andere gouverneur die zich intussen ook tot keizer had uitgeroepen. Septimius won de oorlog en Pescennius verloor zijn hoofd. Dat was keizer nummer vier.
De senaat verklaarde, vermoedelijk gedwongen door Septimius, Clodius Albinus tot staatsvijand. Die zal even op zijn neus gekeken hebben door deze wending. Niet lang, hij trok naar Gallië en daar riepen zijn legioenen hem tot keizer uit. Albinus’ troepen werden verslagen in een van de grootste veldslagen uit de Romeinse geschiedenis. Albinus vluchtte en pleegde zelfmoord. Dat was keizer nummer vijf.
Keiharde vent
Septimius was een keiharde vent. Legio veldtochten voerden zijn legioenen. Bij een van die veldtochten schijnt hij gezegd te hebben: “Laat niemand aan complete vernietiging ontsnappen, ook niet de baby in de baarmoeder van zijn moeder.” En op zijn sterfbed gaf hij zijn zonen de raad: “Vermijd tweespalt, maak de soldaten rijk en bekommer je niet om de ander.” Nee, dat was geen vriend om gezellig een biertje in de kroeg mee te drinken.
Hier vindt je mijn contactformulier
Zo ga je naar mijn persoonlijke Facebook
Dit is mijn instagram account.