Drrao

‘Zwart … zwart … zwart.’ De gele lichten, de alarmbellen: dit was geen oefening. Ik liet alles vallen. Hoofden die verbaasd uit cabines keken, zouden het niet redden. Achter me dreunden de luchtsluizen dicht en met een schok maakte de kerneenheid zich razendsnel los van het moederschip. De stoel haalde ik niet en tegen de wand moest ik, met pijnscheuten, de druk opvangen.

Pas bij de rand van de dampkring van deze vreemde planeet liet de Eerste het schip drijven in het luchtledige. Op dat moment vroeg ik me af of we ooit thuis zouden komen. Dat was afhankelijk van wie het gered hadden. Opgelucht telde ik zeven blauwen, wat moesten we zonder onze technici? Zes lichtgroenen hadden zich eveneens in veiligheid gebracht. Daar keek ik niet van op, die biologen konden snel beslissingen nemen. De Eerste en ik waren de enige twee roden, wat inhield dat de beslissingen op onze schouders lagen.

Zelfs vanuit de ruimte waren de gevolgen duidelijk zichtbaar. De vuurbol van het inslaande moederschip had bosbranden veroorzaakt tot ver in de wijde omgeving. Een groene schatte dat de drukgolf twintig kilometer in de omtrek, misschien meer, dodelijk was voor alles wat leefde.

Ik keek, maar zag het niet echt. Net als de anderen, vermoedde ik. De stilte was er een van verdriet. In de honderd jaar dat we onderweg waren, was de bemanning familie geworden en nu was ik dertig van mijn zusters kwijt.

(Wordt vervolgd)

Hier vind je mijn contactformulier

Zo ga je naar mijn persoonlijke Facebook

Dit is mijn Instagram-account.

Deel dit artikel