Drrao

Ook na een jaar vonden we het te riskant om de kerneenheid te laten landen. Als er iets fout ging, kwamen we nooit thuis. Als het niet regende, maakten we verkenningsvluchten. Van een hoogte van een kilometer of twee zweefden we zelf vanuit de zoekeenheid omlaag. In de uitgestrekte groene bossen waagden we ons niet: er was geen ruimte om op te stijgen. Het strand langs de kust vonden we veilig. Op het natte zand van net voor de vloedlijn liepen we graag. Het deed ons denken aan de zwarte lavastranden van onze thuiswereld. Deze stranden maakten ons opgewekt: hier konden we leven.

Het gebied van de inslag had een klamme warmte. Hier werden we niets wijzer. Noordwaarts vonden we vulkanen. Dat gaf hoop. Nog verder in het noorden kruisten we een immense woestijn voor we een binnenzee overstaken. Ook in het gebied daarboven vonden we vulkanen. Dit bood perspectief. In groepjes van vier genoten we van de thermiek met af en toe een duik door een lava-uitbarsting. Wat was het heerlijk om het vuil van de reis van mijn lijf te branden. Op zo’n moment betreurde ik dat mannen nooit mee mochten op een ruimtevlucht. Dat gaf te veel gehannes onderweg. Op onderlinge gevechten om een mannetje zat geen enkele Eerste te wachten.

Met vulkanen maakte de planeet een goede kans, was de algemene conclusie. De vraag was: wat voor leven kende deze groene wereld? Bij de vulkanen vonden we geen leven van belang. We moesten opnieuw naar het zuiden.

(Wordt vervolgd)

Hier vind je mijn contactformulier

Zo ga je naar mijn persoonlijke Facebook

Dit is mijn Instagram-account.

Deel dit artikel