Lisa zweeg en lang bleef het stil tot de Eerste sprak. ‘We hebben denkend leven gevonden, ook al is het primitief. Deze planeet mogen we niet in bezit nemen.’ Toen de kakofonische ruziestemmen zwegen, bleek dat een groep instemde met de Eerste, de tweede groep niet. Marit trad op als hun woordvoerder. ‘De rampzalige landing van ons moederschip heeft veel doden tot gevolg gehad. Vermoedelijk ook van die primitievelingen. Dan kunnen we net zo goed de rest ook uitroeien.’
De stemming van zeven tegen zeven betekende dat ik, als laatste, de doorslag moest geven. ‘Voor alle twee de standpunten is wat te zeggen. Ik heb tijd nodig. Breng me in de verkenner naar beneden tot een kilometer hoogte.’
Als ik een antwoord wilde vinden, moest ik de rechtoplopers observeren. Ondanks dat ik drie keer cirkelde en rustig landde, gaf mijn komst commotie onder de primitievelingen. Het duurde een halve dag voor een mannetje tevoorschijn kwam. Eerbiedig buigend legde hij een voorwerp tien meter voor me. De grom ‘Drrao’ begreep ik niet. Het gebaar ontroerde me en zonder het te weten gaf dit primitieve wezen me het antwoord.
In de kerneenheid liet ik de steen zien met daarin de grove krassen van onze vuurspugende vorm. Zonder iets te zeggen, nam iedereen haar plaats in en de Eerste gaf het bevel tot vertrek.
(Slot)
Hier vind je mijn contactformulier
Zo ga je naar mijn persoonlijke Facebook
Dit is mijn Instagram-account.
Bij Kobo en Ambilicious vind je mijn boeken. Of kijk bij de recensies op Hebban.
Geef een reactie