‘Zo wil ik begraven worden.’
De witte verzegelde envelop viel tussen de etensresten van de afscheidsmaaltijd van Yvette. Piet, zijn oudste broer, pakte de brief op. ‘Moet dat nu?’
‘Dit is voor mij het moment. Bewaar hem.’
Zijn vader had gelijk, vond Eelco. Hij vermoedde dat Frederik zijn wensen gisteren had geschreven, naast zijn opgebaarde vrouw.
Daar bleef het niet bij. Er kwam niets meer uit Fredriks handen. Apathisch zat hij de hele dag in de stoel. Soms glipte een lege fles uit zijn vingers. Na een half jaar greep Eelco met zijn broers in, voor hun vader volledig wegzakte in de alcohol. Oom Klaas kwam met de oplossing. ‘Jullie binden je pa vast in zijn stoel. Je houdt hem in de gaten en voert hem gezond voedsel en water.’ Oom Klaas was een harde.
Bij toerbeurten hielden de zonen de wacht en zorgden voor hun vader. Het was, wat Eelco eufemistisch noemde, een heftige periode. De huisarts negeerde de boeien en schreef librium voor. Hiermee kwam Frederik de ontwenningsverschijnselen door. Daarna was het volhouden.
Het duurde twee maanden voor Frederik weer hout voor de kachel hakte. Het was voor Eelco en zijn broers voldoende om hem te vertrouwen. Tot op zekere hoogte dan. Allemaal liepen ze regelmatig bij Frederik binnen. Aan Eelco liet Frederik merken dat hij donders goed doorhad dat ze de kastjes controleerden op verborgen flessen. Zijn reactie was: ‘Jongens, mijn verdriet zal nooit overgaan. Toen ik dronk was die pijn niet minder, hooguit gaf de fles verdoving. Die periode ligt achter mij. Ik zoek wat anders om mijn gedachten te verzetten.’
Na een half jaar vertelde Frederik wat dat andere was. ‘Ik ga goud maken.’
Dit is een citaat uit mijn e-book ‘De tombe van heden, verleden en toekomst.’ Hier vind je het e-boek
Hier vind je mijn contactformulier
Zo ga je naar mijn persoonlijke Facebook
Dit is mijn Instagram-account.
Geef een reactie