
Kijk uit voor paaltjes
Over paaltjes heb ik eerder geschreven. Blijkbaar heb ik iets met die zuiltjes, die altijd in de weg staan. Misschien komt het omdat ik ooit tegen zo’n onbeweeglijk kreng ben aangereden. Eigen schuld, dikke bult, dan moet je maar uitkijken.
Dat klopt, toch heb ik enige verontschuldigingen:
- Ik lette wel degelijk op, alleen niet op de paaltjes. Ik zocht de kaart van het fietsnetwerk en die staan langs de kant.
- Mijn dieptezicht wordt steeds slechter en dan staat zo’n fallus symbool al snel op de verkeerde plaats.
Natuurlijk volgde een valpartij: het paaltje was geen duif die op het laatste moment opzij sprong. De schade was beperkt en we fietsten door.
De paal als kunst
Een paaltjes verhaal. Maar niet over al die miljoenen pilaren in of langs de weg. Daar wil ik het niet over hebben. Ik zoek het hogerop: de paal als kunst.
Sommigen krijgen direct Jeff Koonsachtige beelden voor ogen zoals kabouter Buttplug of ‘Made in Heaven’ samen met La Ciccolina. Nee, die bedoel ik niet, dat is porno. Ik bedoel andere zuilen. Palen als kunst met een grote K.
Soorten paaltjes
Je hebt Amsterdammertjes (drie andreaskruisen), Leidenaartjes (twee sleutels) en Hagenaartjes (ooievaar). Ongetwijfeld bestaan veel meer stadspaaltjes, maar daar heb ik mij niet in verdiept; je zou een punthoofd van die dikke stokken krijgen. Het beste wat je van die paaltjes kunt zeggen is dat het degelijk vakwerk is, geen kunst.
Nijmegen is een groene stad met oog voor kunst en de mooiste kunstzinnige paaltjes staan in binnenstad, een stuk of tien gemaakt door kunstenaars. Mijn favoriet is het kunstwerk met de duivelskop; dat is een verwijzing naar de duivel Moenen in het stuk ‘Mariken van Nimwegen’.
(foto paaltje duivel) (foto ander paaltje)
The Lightning field
De kunststroming Land Art is niet alleen in Nijmegen actief. Het allerbeste dat die kunststroming heeft voorgebracht, heb ik nooit gezien en ik ben niet de enige. The Lightning Field (1977) is een kunstwerk in een bizarre omgeving: in het uitgestrekte, dorre landschap van New Mexico, Amerika, staan vierhonderd roestvrijstalen speren als een uitvergroot spijkerbed met een oppervlak van een mijl bij een kilometer. Dat heeft die Amerikaan Walter De Maria toch mooi voor elkaar gekregen.
Misschien komt daar de inspiratie vandaan voor die monolietachtige metalen pilaren die her en der op aarde verschijnen: in het Friesje dorpje Oudehorne staat/stond er een. Je weet nooit hoe lang die dingen blijven staan, ze komen en verdwijnen. Je zult er niet snel tegenop rijden: die lange palen zie je staan, tenzij je Jules de Korte heet.
Hier vind je mijn contactformulier
Zo ga je naar mijn persoonlijke Facebook
Geef een reactie