Schrijven, tuinieren en ander ongerief.

korte verhalen
boekomslag als beeldmerk

Alweer een poosje geleden zijn we naar een voorstelling geweest van Harrie Jekkers in het Koninklijk Theater in Den Haag. Voor de 50- onder u: Harrie is de zanger/schrijver van ‘O, o Den Haag’ en ‘Over de muur.’ Het was genieten en daarna bleven we in Den Haag. De avond brachten we door in het café ‘de Boterwaag’. Op het terras. Goed eten en lekker bier. Het was druk en gezellig lawaaierig. Wat me verbaasde was het publiek: allemaal jongens en meiden van beneden de veertig. We waren echt ongelogen de enige twee grijze koppen en ik kan echt wel zien of iemand boven of beneden de vijftig is. Niemand. Volgens de pensioenpotjes- en vitaminereclames zou het hier moeten barsten van de polonaiselopende en hossende vitale 70-jarigen. Niet dus.Een teleurstelling rijker keerde ik terug naar het schrijven van series.

De lezer kan genieten van een boek. Wat de lezer vaak niet weet, is dat het boek het topje van de ijsberg is. Bij elk boek en zeker een serie ligt er een hele stapel documenten onder dat boek. In sommige schrijfprogramma’s kun je die informatie direct aan het moederdocument koppelen. Ik werk het liefst in Word en stop de noodzakelijke informatie in andere Word-documenten. Ik geef een paar voorbeelden. Om geen fouten te maken, heb ik een tijdlijn nodig waarin de ontwikkeling van de hoofdpersoon van maand tot maand wordt vastgelegd. Stel dat mijn hoofdpersoon rond 2020 iets meemaakt, dan moet corona daar een rol bij spelen, anders klopt het verhaal niet. Als ik een andere wereld introduceer, moet ik die wereld wel al helemaal uitgewerkt hebben. Bij een waterwereld kan ik niet schrijven dat het altijd verpletterend warm is en nooit regent, want waar komt dat water dan vandaan? Als ik spreuken in een andere taal gebruik, moet ik die van tevoren hebben uitgewerkt. Een spreuk kan nu eenmaal geen twee uitwerkingen hebben.

Dus bij het schrijven van een fantasyboek komt heel wat kijken. Bij de serie ‘de ringen van Merlijn’ gebruik ik zeker zeven achtergronddocumenten. Want ook een fantasyverhaal moet kloppen.

Soms kom ik stukjes in de krant tegen, waarvan ik denk: waarom is dit opgenomen? Zoals het stukje over: Beroemde popmuzikanten sterven eerder. Een onderzoek zou het hebben uitgewezen. Tegelijk zegt de betreffende onderzoeker: ‘Met ons onderzoek is het niet vast te stellen dat er een verband met beroemdheid is.’ Waarom doe je dan zo’n onderzoek? En waarom staat het in de krant als je weet dat het fakenieuws is? Ik hou het op een komkommerbericht of om een stukje krant te vullen. Het NRC-onderzoek naar Weijers sluit daar min of meer bij aan: worden journalisten slechter en te hijgerig om te scoren?

Wil je meer van me lezen? Mijn boeken vind je bij Ambilicious en Kobo. Bij Kobo-plus zelfs gratis.

Deel dit artikel