Gijs en de tunnel van Merlijn, Maria

Dit fantasyverhaal gaat over aliens, liefde, tovenaars en geheimen in ongeveer 70.000 woorden.

Langzaam klom Gijs omlaag door de schacht. Eerst langs Romeinse stenen, dan langs andere stenen, misschien Keltisch? Nu waren de muren van een superglad materiaal dat hij niet thuis kon brengen. Het lag onder de Keltische stenen, dus was het ouder. Hoe kon dat? De visioenen van UFO-wezens die dit gemaakt hadden, schudde hij van zich af; dat soort sciencefictionachtige ideeën kon hij niet gebruiken.

Zodra een voet de bodem raakte, scheen er direct een zacht licht vanuit de vloer. “Sodeju,” mompelde Gijs, “dit had ik niet verwacht toen ik die Keltische helm in dat kistgraf vond.”

De bank trok zijn aandacht, die knipperende lichtjes en dat licht zoemende geluid; dit moest een machine zijn. De man op die bank fascineerde hem; hij had nog nooit zo’n levensecht geconserveerde mummie gezien.

Gijs was totaal verbijsterd toen de man op de bank geen mummie was, maar Marcus, een Shangri-Laan, door Gijs uit de comaslaap gewekt. Marcus vroeg Gijs zijn vriend, de tovenaar Merlijn, op te sporen en hen te helpen terug te keren naar Shangri-La, hun wereld.

Maria, een nieuwsgierige journaliste, kwam hen op het spoor. Dat kon Gijs niet gebruiken, de geheimen, het goud van Merlijn en Marcus wilde hij voor zichzelf houden.

Gijs en Maria werden verliefd. Koos Gijs voor Maria of voor het redden van Marcus? Hij koos voor Marcus; hij moest Maria kwijt en schakelde haar uit.

Liet Merlijn Gijs in leven? Lukte het Gijs om Marcus terug te sturen naar Shangri-La? Wilde Maria nog wat met hem te maken hebben?

Nieuwsgierig? Deze link brengt je naar een inkijkexemplaar en toont de eerste pagina’s van het verhaal.

Deel dit artikel