Facebook-gedichten
Facebook-gedichten gaat, zoals de naam zegt, over gedichten. Ik heb niet zoveel met gedichten en dat komt hoogstwaarschijnlijk omdat ik niet kan dichten. Zelfs een Sinterklaas gedicht is voor mij te hoog gegrepen. Toch zijn er gedichten die mij aanspreken en die plaats ik met een link op mijn Facebook pagina .
Geplaatste Facebook-gedichten
De gedichten van Bril spreken mij aan evenals de gedichten van drs.P.
De dichter is een sul
Ik kan het niet nalaten om hier het verhaal te plaatsen wat ik ooit over dichters schreef.
De dichter is een sul
Gedichten kunnen zo mooi zijn
Ik heb last van mijn stembanden, ze gaan een beetje tegendraads open en dicht. Het zal wel met mijn eigenwijsheid te maken hebben.
Het is een technisch fysiek probleem en ik heb daar oefeningen voor: hardop lezen.
Gedichten lenen zich hier goed voor, dus ik lees veel gedichten. Althans dat probeer ik, maar ik heb een ambivalente houding ten opzichte van gedichten. Sommige vind ik prachtig, sommige zijn leuk, sommigen vind ik wezenloos geblaat. Tjonge, tjonge wat zit er tussen gedichten een hoop zooi, een hoop bij elkaar gekwakte woorden zonder enig verband.
Als ik lees “hij wazelt zijn verhaal, niemand begrijpt het’, dan denk ik, natuurlijk begrijpt niemand het, SUL, wazelen? Pas als je op zoekt wat wazelen betekent, blijkt dat ongeveer hetzelfde te betekenen als bazelen.
Kijk, dan haak ik af. Als je iets creatiefs moet uitleggen of moet uitzoeken om het te begrijpen, dan haak ik af. Een schilderij of een beeld of een boek moet bij je binnen komen: je vind het mooi of niet. Maar zo iets uitleggen? Dat is niet aan mij besteed. Ik heb overigens hetzelfde met wijndrinkers; dat stomme geklep over de viooltjes, stalgeur of weet ik veel wat voor termen ze nog meer verzinnen: hou daar mee op! Geniet ervan. Tegen de tijd dat die wijnkenners uitgeluld zijn, heb ik de fles al op.
Ik heb niets tegen dichters; ik heb altijd bewondering voor mensen die iets creatiefs kunnen, wat ik niet kan. Maar waar ik een hekel aan heb is gepruts. En een slecht gedicht vind ik gepruts, mishandeling van de Nederlandse taal.
Nederlanders zijn vrij direct; dat is onze taal ook. Daar passen mooie woorden, hoe prachtig aan elkaar gevoegd ook, niet zo goed bij. Nederlands is geen Italiaans, waar je prachtige zinnen in kan maken, Nederlands is een taal van werken, handel, en een paar stichtelijke preken. Nederlands is de taal van ‘doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg’.
Wat is een gedicht?
Dichters dichten. Maar wat is nu eigenlijk een gedicht? Gedichten horen bij poëzie. Voltaire omschreef poëzie als volgt: “Poëzie is de muziek van de ziel, vooral van grote en gevoelige zielen.”
Mooi geschreven maar wat zegt het ? “Hij kan rijmen en dichten zonder zijn hemd op te lichten” zal Voltaire er niet mee bedoeld hebben. Zoveel is duidelijk, bij een gedicht gaat het om vorm, klank en beeldspraak. Alles bij elkaar nogal vaag. De dichter Robert Frost omschreef het zo: ” Poëzie is wat dichters schrijven “. Uhh, pardon?
Dat wil zoveel zeggen als de slager keurt zijn eigen vlees.
Zo lus ik er nog wel een paar. Je maakt dus zelf uit of iets een gedicht is. Er is geen opleiding, geen diploma, geen vergunning, geen keurmerk. Iedereen doet maar wat. Er wordt maar wat aan gerotzooid.
Shit, had ik dat vroeger maar geweten. Even naar je kamertje hollen, wat woorden op papier smijten: ” blad bloem rood dood”. Ja, ik heb een gedicht; je rent naar de kroeg en dan keihard roepen “ik heb een nieuw gedicht”. De kans is aanwezig dat je een leuke meid scoort en hup, weer terug naar huis. Ik denk dat mijn moeder vreemd zou hebben op gekeken.
Ik heb altijd gedacht dat dichten ook wat voorstelde. Kijk, een boek van, pak weg Jan Wolkers is dik, dus daar is op gezwoegd maar dichtregels? Vaak stelt het niet veel voor en wat krijg je dan: woordenpoepers.
Er zijn dichters die met een, twee zinnen je gelijk bij de strot grijpen, je van je sokken blazen, je volledig uit het lood slaan, je hart raken of je aan het denken zetten. Die schrijvers zijn geen woordenpoepers maar echte dichters.
Ik zeg niet dat je me voor zo’n gedicht wakker mag maken; dat gaat mij veel te ver. Maar ik denk wel: ‘mooi, mooi’ . Chapeau!. Mooi, als je dat kan. Ik kan het niet.
Maar sommige dichters leven in de veronderstelling dat, als je maar veel vreemde, moeilijke of mooie woorden aan elkaar plakt dat je dan een gedicht hebt.
Mijn god, get a life, ga iets nuttigs doen. Ga wilgen knotten, zoek een klus op NLdoet, ga zeehondjes redden of zo iets, maar stop met die diarree van slechte gedichten.
Dat zijn dus die woordenpoepers. Die woordenbrij stuurt bij mij direct de eetlust de verkeerde kant op en met moeite kan ik mijn braakneigingen onderdrukken.
Ik weet het, het ligt grotendeels aan mezelf: de diepere lagen van de Nederlandse taal zijn niet aan mij besteed. Maar ook in gewoon Nederlands kan je mooie gedichten schrijven. De woordenpoepgedichten halen het niet bij de schoonheid van de simpele tekst van Bril: ‘ik wil met jou alleen in alle sloten tegelijk’. Prachtig in zijn eenvoud en iedereen snapt het direct. Probeer dat maar eens te overtreffen.
Waarom doen die woordenpoepers dat?
Al sla je me dood, ik heb geen idee.
Maar misschien heeft het ermee te maken dat ik zelf niet kan dichten. Ik heb geen geduld om lang na te denken of ik woord A of woord B zal gaan gebruiken. Ik ben geen dichter, ik ben een verhalenverteller.
Een sinterklaas gedicht maken is voor mij een wereldprestatie; eigenlijk te hoog gegrepen.
Toch heb ik een poging gedaan om in dichtvorm aan te geven hoe ik over die woordenpoepers denk. Tegen al die mooie woordenbreiers steek ik met het volgende gedicht mijn middelvinger omhoog:
woorden in strofen,
de dichter ontschoten.
woorden uitgedacht,
op papier gebracht.
woorden als zand,
poeder zonder verband.
woorden, zinnen zonder benul,
de dichter is een sul.
Ach, Facebook-gedichten, het is een poging van mij om meer te begrijpen van wat een dichter beweegt.
Wil je naar het contactformulier? Klik hier
Als je mij op mijn persoonlijke Facebook wil volgen, klik hier