Dat Agnes les op school kreeg, daar had zijn medekapelaan moeite mee. Die medekapelaan zei wat de meeste mensen zeiden: ‘een vrouw hoort thuis achter het fornuis en kinderen te baren.’ Tegen die medekapelaan zei Johannes ‘Agnes is een prima huishoudster, zowel voor de dag, als de nacht, als je begrijpt wat ik bedoel. Ik laat haar daarom graag naar school gaan; hou op met dat gezeur.’
Agnes had zo haar eigen gedachten over die medekapelaan, hij sprak als een echo van haar vader en daar had ze geen behoefte aan. Bovendien voelde ze echt wel die blikken van die geilaard.
Vandaag zong en danste Agnes niet door het huis. Net nu ze het hier lekker naar de zin had, kwam daar zo’n rot monnik uit Duitsland. Het woord Fulda kwam op Agnes neer als een ijskoude regenbui. Die rot monniken in dat klooster wilden Johannes bij haar weg halen. Zijn goede werken als kapelaan hadden daar indruk gemaakt en hij mocht in Fulda studeren.
Tegen zo’n aanbod kon het goddelijke lijf van Agnes niet op, Johannes zag het helemaal zitten.
Agnes niet, op haar sacherijnige gezicht stond donder en bliksem. Die verdomde verrotte monnik! In haar gedachten overheersten messen en moord zodat als blikken konden doden, die monnik nu met gebroken ogen op de rug lag. Ze zou nooit met Johannes samen kunnen wonen in dat klooster, ze hoorde nu al het homerisch afwijzende gelach van vader Abt en verder studeren kon ze natuurlijk helemaal vergeten. Ze zou terug moeten naar haar vader of ergens een baantje als sloofje aan moeten pakken en dat wilde ze koste wat kost voorkomen.
Gegil op straat, rennende voeten, de kerkklok luidde en bleef luidden, hinnikende paarden en loeiende koeien klonken overal boven uit. Een blik vanuit de ramen toonde de paniek bij de vluchtende dieren en mensen, ze hoefden niets te vragen, van alle kanten klonk het: ‘de Noormannen komen over de rivier!’ (wordt vervolgd)
Hier vind je mijn contactformulier
Zo ga je naar mijn persoonlijke Facebook
Dit is mijn instagram account.
Anneke
Dat wordt spannend, ik ben benieuwd naar het vervolg. Ga zo door Wim!
Wim
doen we