Klondike
De Klondike Gold Rush – Goudzoekers steken de Chilkoot Pass over tijdens de goudkoorts in Alaska · Unknown artist Bron: office-at-meisterdrucke.com

Klondike

‘Goud! Goud!’ Juichend sprongen de mijnwerkers in 1896 in het rond. De hele wereld sprong op tilt toen ze het goud In Seattle verkochten. Goud dat wilde iedereen: de Goldrush was een feit.

Jacob, Nelis en Karel wilden in Klondike rijk worden. Geen van drieën kwamen ze er ooit aan.

Citaat 1

“Piet, schenk me een biertje in.”

“Karel, als ik een biertje voor je tap, kan je straks niet mee met de Red Star Line naar New York. Betaal eerst je kaartje, als je daarna nog geld hebt, krijg je een biertje.”

Jacob en Nelis schrokken, snel schudden ze hun beurs leeg. Hadden ze genoeg geld? Ja en opgelucht schoven ze het geld voor die gouden toekomst in Canada over de toonbank. Afwachtend keken ze naar hun maat. Ging hij mee of niet? Dat hadden ze toch afgesproken? Karel de Buinink zuchtte, dat biertje kon hij vergeten, mistroostig schoof hij de bierdorst opzij, hij koos voor de reis naar die goudvelden ver weg. Morgen begon hun reis.

Citaat 2

Karel liet de Duitser komen, hij wilde weten hoe goed die vent was. Niet goed genoeg, na tien minuten lag de Duitser knock-out op het dek. Naar hem omkijken deed Karel niet, over de leuning keek hij naar de zee, misschien zag hij een walvis, daar had hij verhalen over gehoord, die wilde hij zien.

Zacht zong hij voor zich uit, een gedicht wat bij hem opkwam, zoals dat vaker gebeurde, alleen hier kon hij het niet opschrijven, hij zou niet weten hoe en waar:

‘We zijn vrij,

New York is niet eindeloos ver,

Geen storm die ons kan deren,

We volgen onze weg

De vrijheid ligt in goud

Daar in Klondike

Zijn we vrij.’

Het verhaal staat in de bundel Fatale briefjes. Je vindt het bij Kobo

Zo ga je naar mijn persoonlijke Facebook

Dit is mijn Instagram-account.

Deel dit artikel