Romeins fort Vercovicium
‘De tunnel van Merlijn’ is deel een van de fantasy reeks ‘De ringen van Merlijn.’
Het is verkrijgbaar via de (online)boekhandel en de Boektiek van Ambilicious. Nieuwsgierig? Deze link brengt je naar een inkijkexemplaar en toon de eerste pagina’s van het verhaal.
Citaat 1
Op de muur naast de toren sloot hij zijn ogen en ontspande zijn schouders. Rustig in- en uitademend bracht hij de spanning omlaag. Terug bij de toren gluurde hij om zich heen. Niemand in de buurt? Nee, gelukkig, de toeristen liepen bij de kazernes, behalve die ene jonge vrouw. Natuurlijk viel dat rode haar Gijs direct op. Met zijn vlashaar was hij altijd stinkend jaloers als hij zijn neef met dat rozige haar zag.
Hij nam de gok, hij moest het weten. Met de zaklamp van het mobieltje scheen Gijs kort in het gat. Lang genoeg om het perfecte ronde gaatje te zien. Een gaatje dat qua maat overeenkwam met de ring in zijn zak. Verder durfde hij niet te gaan. Er liepen veel te veel mensen rond naar zijn zin. Stel dat hij de sleutel in het gaatje stopte en er gebeurde iets. Niet dat hij daar veel hoop op had, maar stel. Dan was het geheim niet langer een geheim. Nee, dat risico liep hij niet. Dat gaatje zat vanavond op dezelfde plaats, hij wachtte tot het donker was. Voor nu vond hij het genoeg.
Citaat 2
‘Hallo, mag ik je wat vragen?’ Het was de jonge vrouw van het fort. Nu ze voor hem stond, kwam ze echt bij hem binnen. Als zonlicht door een gebrandschilderd raam. Hij vond haar direct wild aantrekkelijk met mooie felle groene ogen, een warme mond en natuurlijk dat rode haar. Zou dat echt zijn? Dat moest haast wel, want ze had ook sproetjes. Fantastisch stond dat groene naveltruitje haar. Afdragertjes van het Leger des Heils droeg die leuke meid niet. Dat alles schoot hem door het hoofd, terwijl hij met moeite zijn bewondering verborg voor de jonge vrouw met dat leuke open gezicht.
Een blij gevoel stroomde zijn lijf in. Ze had de bewonderende blik in de gaten, dat zag hij. Ze moest weten dat ze er goed uitzag en ze was vast gewend dat mannen haar bewonderend opnamen. Zijn blik negeerde ze, maar ze zwaaide wel het haar naar achteren op een manier dat het rode haar schitterde in de zon. Ze keek hem vragend aan tot hij zich herpakte en ja knikte. ‘Ik heet Maria. Ik heb salade en biertjes, jij hebt curry en naanbrood. Dat gaat goed samen. Zullen we delen?’ Al kwam ze met lege handen dan nog zou Gijs zijn maaltijd met haar delen.
Zo ga je naar mijn persoonlijke Facebook
Dit is mijn Instagram-account.
Geef een reactie