Ze danste door de keuken om de reden voor de taartdag te vergeten, dansend, zingend draaide ze rond. Ze zong met een stem waarvan ze wilde dat die dragend en slepend klonk als de stem van Richard Harris. Zo’n stem paste bij het lied MacArthur Park. Haar stem leek op die van Kate Bush, alleen hoger en vals. ‘Someone left the cake out in the rain. I don’t think that I can take it. Because it took so long to bake it. And I’ll never have that …’
Haar blazende kat onderbrak de zang, ‘Venus, rotkat, heb je de taart van de vensterbank gestoten?’
De taart lag niet in de tuin, de duidelijke voetstappen vertelden waarom. Razend om al haar vergeefse werk, keek ze naar het park. ‘Kom onmiddellijk hier, jij taartendief.’
De man stopte, langzaam draaide hij zich, hij moest, hij kon niet anders. Net als haar oma, kon ze in haar spreken een dwang opleggen.
‘Kom binnen, zet de taart op tafel en ga daar zitten.’
Haar venijnig blazende kat met hoge rug en dikke staart kreeg de opdracht: ‘Venus, hou op. Die dief kan ik zelf aan. Hup, ga je mand in of ga muizen vangen.’
Zodra de man de kracht in haar stem hoorde, dacht hij ‘ik heb er een gevonden.’ Haar stem klonk jong, misschien zocht hij haar, hij wilde meer weten. Hij liet het gebeuren, hij zag hoe het liep. Misschien vond hij in deze stad het geluk dat hij in de vorige stad niet kreeg. De aangewezen stoel accepteerde hij. Het meisje, een jonge vrouw, had een mooi slank postuur. Hij was een kop groter, wat hij prettig vond. Natuurlijk had ze rode haren en groene ogen, met die kracht in haar stem moest het rood en groen zijn. De blik in haar ogen, fel, soms onderzoekend en een beetje op haar hoede, alles wees in dezelfde richting. Hij voelde haar heel subtiel aan zijn geest trekken. Heel voorzichtig duwde hij haar weg, het werd tijd om zelf stappen te ondernemen.
(Wordt vervolgd)
Bij Kobo vind je meer van mijn boeken/verhalen
Hier vind je mijn contactformulier
Zo ga je naar mijn persoonlijke Facebook
Dit is mijn Instagram account.
Geef een reactie