Het einde van de paus

Het einde van de paus is meestal zijn overlijden. De pausen overlijden, net als iedereen, aan ziekte, ongeluk of ouderdom. En net als de meest mensen doen ze dat doodgaan het liefste in bed, als hun tijd gekomen is. Wel, bij de pausen klopt het in zoverre dat de gebruikelijke manier van dood gaan de laatste driehonderd jaar ook op hen van toepassing is. Maar daarvoor?

Voor die tijd lag het toch iets anders. Het was een beroepsgroep waarbij de omgeving Magere Hein graag een helpend handje toestak.

De marteldood

Tot ongeveer het jaar vierhonderd was de kans op de marteldood bijna honderd procent. Van de eerste eenendertig pausen stierven er eenentwintig de marteldood en van zes wordt de marteldood betwijfeld. Even afgezien van die twijfelgevallen: het was geen baantje met een florissant toekomstperspectief in een gezonde werkomgeving.

Daarna stierven er nog steeds pausen langs niet-natuurlijke weg maar dat had meer met macht te maken dan met geloof. Liefst zo’n drieëntwintig pausen zijn vermoord. Ik zou niet solliciteren op zo’n baan.

Sterven in de gevangenis

De laatste vermoorde paus was Paus Pius VI die in 1799 in de gevangenis overleed. Misschien had hij het er een beetje naar gemaakt, hij had in ieder geval, net als Lodewijk XVI, de tekenen van de tijd niet begrepen. De kerkelijke staat was er financieel beroerd aan toe. Dat kon Pius niet schelen, hij liet een reusachtig paleis bouwen als cadeau voor zijn neef, die hij in één moeite door van graaf naar hertog doorschoof. Hij maakte twee neven en een oom kardinaal en echt niet omdat ze toonbeelden van gelovige katholieken waren.

Napoleon maakte er korte metten mee, hij zette de paus af en nam hem, samen met de kunstschatten van het Vaticaan, mee naar Frankrijk. De doodzieke paus wilde graag in Rome sterven. Een Franse generaal scheen gezegd te hebben ‘sterven kunt u overal.’ In Frankrijk stierf hij na een maand in het gevang.

Als je iemand in de gevangenis gooit en hij sterft, komt dat echt niet door dat onbeperkt spareribs eten.

Boontje komt om zijn loontje

Zijn vader zocht een leuk baantje voor de jongen. Dan had hij wat te doen, zal pa gedacht hebben. Toen die jongen achttien was, werd hij in 955 gekozen tot paus Johannes XII. Veel pauselijks deed hij niet, zijn hobby was jagen, zowel op wild als op vrouwen. Zelfs zijn eigen nicht was niet veilig voor hem. Hij was zo berucht dat vrouwelijke pelgrims de kerk in Rome beter konden mijden, voor het geval Johannes daar aan het ‘jagen’ was.

Hij castreerde en vermoordde een kardinaal, stak huizen in brand, hij droeg altijd een zwaard en hij vroeg demonen om hulp. Het verhaal gaat dat hij Jupiter en Venus aanbad. Beetje vreemd voor een paus, maar elke gek heeft zijn gebrek.

het einde van de paus
Niet gedateerd middeleeuws werk. Bron Franco Mistrali

De Duitse keizer zette hem af. Maar niet voor lang. Johannes kwam terug in Rome en snee van de bisschoppen die tegen hem waren, hun tongen, vingers en neuzen af. Of het allemaal waar is, weet ik niet. Het was in ieder geval geen lekkere jongen.

Zijn vleselijke lusten werden hem fataal. Hij stierf in het bed van een vrouw, die getrouwd was met een jaloerse man. Paus of niet, daar had die jaloerse echtgenoot bij thuiskomst geen boodschap aan, vermoord werd Johannes. Misschien zelfs met zijn eigen zwaard.

Wil je meer over duivelse pauzen lezen? Klik hier.

Hier vind je mijn contactformulier

Zo ga je naar mijn persoonlijke Facebook

Dit is mijn Instagram account.

Op TikTok vind je me ook

Deel dit artikel