Heilige pausen
Heilige pausen zijn er meer dan genoeg. De eerste negenenveertig hebben allemaal een heiligverklaring. We hebben dan het jaar 500 bereikt. Je kunt me hoop wijs maken, maar al die pausen heilig?
Kom op zeg dat geloof je toch zelf niet. Oké, van de eerste vijfentwintig pausen is min of meer bekend dat ze de marteldood stierven: gekruisigd, onthoofd, vermoord, verdronken, uit het raam gegooid, de arena in om de wilde dieren bezig te houden of op een andere creatieve manier aan hun einde gekomen. Daar doe ik niet moeilijk over; die mag je van mij heilig noemen, ook al staat van een aantal van hen helemaal niet vast dat ze aan hun beroepsrisico zijn overleden.
Of na die eerste vijfentwintig pausen de rest eveneens heilig is? Ik heb sterk mijn twijfels omdat, nadat Constantijn de Grote godsdienstvrijheid instelde, christenvervolgingen tot het verleden behoorden. Bijgevolg valt het martelaarschap af als grond voor heiligheid en blijft, voor die heiligverklaring, over dat een paus zonder zonde, rein of volmaakt moet zijn.
De meeste opvolgers van Petrus na nummer vijfentwintig zijn gewone kerkbestuurders. Hier en daar verliest nog een christen zijn hoofd of krijgen de leeuwen een lekker maaltje, toch als beroepsrisico sterft het martelaarschap uit, niets heiligheid, niets martelaar meer op basis van een plotselinge heftige dood. Ze zitten in het centrum van de macht, dat roept niet direct heiligheid op.
Heilige boontjes?
Onder die eerste vijfentwintig pausen zaten niet allemaal heilige boontjes. Paus nummer vijftien, de heilige Zefyrinus, kreeg al verwijten van corruptie. Die kwamen, toch een beetje dubieus, van de eerste tegenpaus, Hippolytus. Die schopte het tot beroepstegenpaus tijdens vier officiële pausen, achttien jaar lang. Dat lijkt mij tamelijk lang om straffeloos voor tegenpaus te spelen en bovendien is hij daarenboven heilig verklaard. Een tegenpaus heilig verklaren? Rara, hoe kan dat? Misschien komt het omdat hij, samen met de vierde paus Pontianus naar Sardinië verbannen is, daar bevriend raakt met die Pontianus en met hem in de mijnen sterft. En als je de een heilig verklaart, moet je de ander natuurlijk eveneens heilig verklaren. Die twee hebben, wellicht als gevolg van die broederlijke dood, samen dezelfde datum als feestdag.
Toegangskaart voor de hemel
Tja, het is wat met die heiligheid. Ik snap het wel. Wie wil niet heilig zijn. Je hebt gelijk een toegangskaart voor de hemel, dat is hartstikke handig. Kom je boven, geen vragen van “Heb je je slaven goed behandeld?”, “Heb je de kerkbelasting betaald?”, of “Hé jij daar, je moet aan de zondendetector”. Nee, niets van dat alles: “O, een heiligverklaring! Naar de linkerrij.”
Petrus hoeft alleen even de lijst te checken en je bent binnen. Heiligheid is voor die pausen een soort E-ticket avant la lettre met speedy-boarding. En als een paus de eigen heiligheid in de vorm van een bonus kan innen, wie ben ik dan om daar wat van te zeggen.
Wil je meer lezen over de kerk, als Sodom en Gomorra in Rome? Klik hier. Het is als e-boek gratis te lezen bij Kobo-plus
Hier vind je mijn contactformulier
Zo ga je naar mijn persoonlijke Facebook
Dit is mijn Instagram-account.
Geef een reactie