Arretje Nof
Arretje Nof kwam in mijn gedachten op het moment dat ik een hap van de Modderkoek nam. Het proefde iets anders maar de basiselementen boter, biscuit, suiker en chocolade waren hetzelfde. Bij ons heette het Arretje Nof. Hier, vlak bij de Belgische grens, noemde de koffiemevrouw het modderkoek. Andere namen zijn Petit Beurre, batik cake of pletskeskoek. Het wordt niet gebakken, het moet opstijven. Ik denk dat de cake in iedere streek waar ook ter wereld een eigen naam heeft.
Waar komt het vandaan?
Zo oud is de ongebakken cake nog niet. Het moet koud opstijven. Een koelkast is een vereiste of een superkoude ruimte. Het populairst is de chocoladecake. Ik heb geen idee waar de eerste cake vandaan komt. Sommigen zeggen Oostenrijk. Misschien wilde een man een vrouw imponeren maar kon niet koken. Weet ik veel.
Het barst van de varianten op dit gebied. Iedereen mag zich anarchistisch uitleven want er zijn geen regels, behalve ongekookt en opstijven. Weke variant het ook is, je hoeft niet gestudeerd te hebben om te beseffen dat de alle varianten caloriebommen zijn. Vooral die met chocolade. De ricotta ijscake wil ik een keer proberen. Daar heb je voor nodig: speculaas, amandelen, vijgenjam, boter, ricotta, siroop, citroen en vanillesuiker. Het lijkt me machtig lekker.
Johan Fabritius
Johan Fabritius schreef/illustreerde in 1926 in opdracht van de NOF vijf boekjes over Arretje. Dat was een sprookjesfiguur uit Bagdad. Johan was echt niet de eerste de beste. Maar ja, hoe ging dat. Hij was getrouwd, kreeg kinderen en de kachel moest bij hem ook branden. Dus nam hij de opdracht aan. Het was reclame en Arretje werd al snel Arretje Nof. De boekjes waren razend populair.
Zo ga je naar mijn persoonlijke Facebook
Dit is mijn Instagram account.
Geef een reactie