Maandag

richard cory deel een
magie

PENG……………………..

In het westen zakte de zon langzaam, zoals elke dag, achter de horizon.

Dinsdag

In het oosten kwam de zon op met de nieuwe belofte van een bloedhete dag.  

De fabriek bleef gesloten. Voor de poort groepten de arbeiders samen, gesplitst naar stand in witte boorden en blauwe boorden, zacht pratend, ze konden het gerucht niet geloven: Richard Cory, de directeur had zelfmoord gepleegd.

Het geroezemoes stierf langzaam, Brian Cory, de broer van Richard sloot de voordeur achter zich en bleef op de trappen staan. De arbeiders wisten genoeg, het gerucht klopte. De stem van Brian viel in een stilte van berusting:

“Whenever Richard Cory went down town,

We people on the pavement looked at him:

He was a gentleman from sole to crown,

Clean favored, and imperially slim.”

Dit was Ierland, land van zang, dans, lebrauchan, verhalen, legendes van Keltische helden, gedichten, Púcas. Elke steen, elke rivier, elke familie had verhalen. In de cafés gaf iedereen  voordrachten. Het klonk  niet allemaal even goed, maar dat deerde het. Het draaide om het overbrengen van de emotie. Op dit moment een gedicht voordragen riep geen gefronste wenkbrauwen op.

Muisstil stonden de arbeiders, tot de laatste woorden.

“….. And Richard Cory, one calm summer night,
Went home and put a bullet through his head.”

Even wachtte hij voor hij verder ging: “Mijn broer hield van de gedichten van Edwin Robinson. Dat dit gedicht zijn toegedachte zwanenzang is, zal hij niet voorzien hebben. Aan liefdadigheid komt hij nooit meer toe. God hebbe zijn ziel.”

            Kalm, sereen wachtte de menigte, ze wisten dat hij niet uitgesproken was.

            “Deze week blijft de fabriek, doorbetaald, dicht. A.s. donderdag ligt Richard in de grote fabriekshal opgebaard, eenieder kan afscheid nemen. Zaterdag is de begrafenis. Onze familie zou het op prijs stellen als u achter de koets en de volgauto’s mee loopt. Ik dank u voor uw aandacht.”

Zaterdag

“Ik ga niet naar de begrafenis van die vent. Vandaag is het taartendag,” zei Adina tegen haar kat, zwart natuurlijk. Elke rechtgeaarde heks had een zwarte kat. Ze maakte het startgebaar en zong als een rap: “Alles in de kom, alles in de kom. Daar staat de bloem, daar is de gist, daar komt het meel, daar breekt de chocoladereep, daar opent zich een ei, daar valt de suiker, daar stort een mespunt zout neer, daar schenkt de melk, daar pelt de mandarijn, daar smelt de boter en daar breekt een tweede ei.”

            Tevreden keek ze in de grote bak waarin alle ingrediënten lagen. De rest moest ze zelf doen. Een taart bakken, een lekkere taart, was doodgewoon handwerk, niets geen spreuken, gewoon goed bakken. Zoals haar oma het haar geleerd had.

             Haar handen kneedden en stompten het deeg, ze zong:

            “Crème tangerine and Montelimar,

A ginger sling with a pineapple heart,

Coffee dessert, yes, you know it’s good news”

Ze hield van de Beatles en dit lied paste prima bij taart bakken. Een uurtje rijzen, waarbij ze een beetje smokkelde. Oma Mieké zag het toch niet. De oven deed de rest.

Uit het park klonk merelzang, begeleidt door gitaarklanken. Even vroeg ze zich af wat leidde in de melodie, de gitaar of de merel tot de taart haar aandacht opeiste.

WORDT VERVOLGD

Hier vindt je mijn contactformulier

Zo ga je naar mijn persoonlijke Facebook

Dit is mijn instagram account.

Deel dit artikel