‘Ik ben niet je bezit,’ schreeuwde ik en knalde de voordeur dicht. Gelukkig bleven de ruitjes deze keer wel heel. Terwijl ik mijn been over de bagagedrager slingerde, had ik eigenlijk al spijt van die ruzie om niets. In mijn oortjes klonk ‘And don’t tell me what to do. Don’t tell me what to say.’ De versie van Dusty Springfield van you don’t own me, vond ik nog altijd de beste. Het was nog wat vroeg, maar ik had zin in een biertje. Boven mijn glas Helse Engel realiseerde ik me dat ik kinderachtig bezig was. Na de laatste slok rekende ik af en fietste terug.
Op de een of andere manier klonk er vandaag elke keer een toepasselijk nummer uit mijn oortjes. ‘Thinking young and growing older is no sin. And I can play the game of life to win.’ Het nummer Going back van de Byrds had precies die melancholie waar ik gevoelig voor was. Ik hoopte dat ze nog thuis was.
Dat was ze, weliswaar stond haar koffer gepakt, maar het was duidelijk dat ze me nog een kans wilde geven. Hier had ik muziek bij nodig en uit de speakers klonk ‘Ne me quitte pas,’ van Jacques Brel. Op mijn knieën strekte ik mijn armen naar haar uit. ‘Ik ga een domein maken. Waar liefde koning zal zijn. Waar jij koningin zult zijn. Alsjeblieft, verlaat me niet.’
Haar schaterende lach maakte duidelijk dat ze me vergaf.
Ik greep de kans. ‘Ik gedraag me kinderachtig, dat is vanaf nu voorbij. Voortaan zal ik zittend plassen.’
Hier vind je mijn contactformulier
Zo ga je naar mijn persoonlijke Facebook
Dit is mijn Instagram account.
Geef een reactie