De koffie lieten ze niet koud worden.
Adina zette haar kopje neer en keek Lugh peinzend aan. Hij voelde dat ze ergens mee zat.
Voor de stilte irritant werd, zei Adina: “Ik noemde die Richard Cory een rotzak, wil je niet weten waarom.’
“Niet echt, iedereen heeft rotzakken in zijn leven en als je meer wil vertellen, hoor ik het vanzelf,” zei Lugh en hij schonk een tweede kopje koffie in.
“Ik ging niet naar de begrafenis, zoals de helft van de stad, ik bakte taart.”
“In het park tokkelde ik een mereldeuntje, ik zag de stoet langs komen, de merel en mijn gitaar boeide mij meer tot ik je taart rook.”
“Mmm. Taartendief is misschien een goede roepnaam. Ik vertelde je dat de rotzak pas gestorven is.”
Lugh hield van koffie, hij nam de tijd om te genieten van het rijke, volle aroma. Adina bakte heerlijke taarten en zette een lekkere krachtige koffie, hij keek uit naar haar kookkunst en anders kookte hij. “Adina, dit is genieten, het geeft mij een mond vol muziek. Toch voel ik dat je iets kwijt wilt.”
“Fijn dat je geniet, ik wil dat je iets voor mij doet en het gaat over mijn vader. Die rotzak, die vandaag begraven is, Richard Cory, dat is mijn vader.”
Langzaam liet Lugh het kopje op het schoteltje los: “Ik doe wat je wilt, vertel me het verhaal.”
“Mijn moeder hield van hem, ik ben het resultaat. Bij hem duurde de liefde niet lang, hij keerde terug naar zijn familie, naar de fabriek. In een poging om hem aan zich te binden, schonk mijn moeder hem het amulet van haar moeder. Mijn oma ontplofte. Het familieamulet dat al honderden jaren van moeder op dochter overging, hing om de nek van iemand zonder gaven. Veel hielp die woede niet, het amulet trouwens ook niet. Richard bleef weg, die spermadonor kende mijn bestaan, omkijken naar mij deed hij nooit. De pijn van de dood van mijn oma is voor mij alleen te dragen als ik haar amulet draag. Ik wil dat we het amulet terug halen.”
Mededogen uitspreken vond Lugh niet zinvol. “Hoe ziet het eruit?”
“Het is een takje ijzerhard van zilver met blauw emaille bloemetjes, gevat in een barnstenen omhulsel.”
Nadenkend haalde Lugh de gitaar uit de hoes en zachtjes zong, mompelde hij:
“Waar je voeten treden
Volg ik
Waar je ogen zweven
Volg ik
De merel in de dag, de uil in de nacht
Volg ik
In jouw dag, jouw nacht
Volg ik jou.”
Even pauzeerde Lugh en vroeg: “Mmm. Het kan uitgroeien tot een lied. Is het als antwoord voldoende?”
Adina glimlachte, ze had geen ander antwoord verwacht: “Na middernacht gaan we.”
WORDT VERVOLGD (deel een, deel twee, deel drie, deel vier, deel vijf)
Hier vindt je mijn contactformulier
Zo ga je naar mijn persoonlijke Facebook
Dit is mijn instagram account.
1 pingback