Birr

Birr is de pleegvader van Lyam in mijn boek ‘Draken, reuzen en zwarte dwergen.’ Hij is een elf. In onderstaand citaat komt hij het verhaal in.

draken
de voorkant van mijn boek

Citaat

Ook vanavond ontsnapte de slordige, loshangende gala-uniformen met die wijn- en vetvlekken van de twee slapende elfen niet aan zijn aandacht. Birr voelde zowel verbazing als ergernis. Verbazing dat Keryth en Conall, twee elitesoldaten uit families die Birr kende, zo nonchalant met hun erebaan omgingen. Daar bovenop kwam zijn ergernis vanwege het drankgebruik tijdens een in Birrs ogen belangrijke taak. Tien jaar geleden stapte voor het laatst een tovenaar door de poort en ook voor een elf was tien jaar lang. Birr snapte waarom de wacht niet zo alert meer was, waarom ook, ze verwachtten niets. Begrijpen deed hij het niet. Aan alles zag Birr dat voor deze twee het wachtlopen meer strafcorvee was dan iets van wezenlijk belang voor hun wereld. Birr schudde de ergernis van zich af. Hij verheugde zich op het lenen van de geest van een uil, het vrij rond vliegen en de wereld aanschouwen met uilenogen. Zijn handen streken opnieuw langs de wand en omhoog draaide hij tot hij abrupt stilstond voor de opening van de ruimtepoort. Hier had hij niet op gerekend en direct nam hij de weg terug. Pats, pets … Conall en Keryth wreven slaapdronken over de pijnlijke plek op hun wang. Dat wakker worden ging Birr niet snel genoeg. Pats … pets, opnieuw kwamen twee stevige klappen op de gezichten van de twee soldaten neer. Waarom die klappen vielen, maakte de kwade Birr hen heel rap duidelijk. ‘Er komt witte mist uit de ruimtepoort.’ Birr zag dat zelfs deze woorden de lodderigheid in de ogen van de twee niet verdreef. Pats … pets. ‘Fatsoeneer jullie kleding, stelletje lamzakkerige, nutteloze elven. Witte mist! Dit gaat een staartje krijgen!’ en nu had Birr de aandacht van Keryth en Conall. Meer niet, Birr ontmoette twee niet begrijpende gezichten. Hoe deze twee bij het paleislegioen aangenomen waren, was Birr een raadsel. Hun families stonden als intelligent bekend. ‘Stelletje stomme naucos. In de mijnen van Mornië komen jullie terecht. Trek die kleren in fatsoen, maak je gezicht schoon en nu naar boven.’ Met de zware belediging nauco, dwerg, en de woorden mist uit de ruimtepoort drong bij Conall en Keryth de ernst van de situatie door. Birr zag ongemak in hun ogen verschijnen, Birr hoefde niet voor hen uit te tekenen wat mist in de ruimtepoort betekende. Met een ongeduldig gebaar wees hij de enigszins gefatsoeneerde elven naar boven. In de ruimtepoort was de mist opgelost en daar in het midden lag een dode wolfshond met een slapende baby aan hem in een tuigje vastgebonden. De muts was een stukje van het babyhoofdje geschoven. Een lichte huivering gecombineerd met een gevoel van blijdschap trok door zijn lijf. Birr keerde zich naar de twee elfenwachters. ‘Jullie blijven in de houding staan, net buiten de deur. Ik stuur de elfjes naar het koninklijk paleis.’ Het koninklijk paleis! Birr zag in hun ogen ongemak in schrik veranderen. Het drong tot die twee door dat dit geen gewoon bezoek was en dat hun gedrag kon leiden tot een zware straf.

Trilogie

Van mijn fantasy trilogie ‘De tovenaarstweeling’ is deel 1 ‘Draken, reuzen en zwarte dwergen’ verkrijgbaar. Nieuwsgierig? Deze link brengt je naar een inkijkexemplaar en toon de eerste pagina’s van het verhaal.

Ik hoop dat je er plezier aan beleeft.

Wat ik van mijn lezer hoor Is: waar blijft deel twee?

Hier vindt je mijn contactformulier

Zo ga je naar mijn persoonlijke Facebook

Dit is mijn instagram account.

Deel dit artikel