De heks van Almen en de courtisane van Rome

Aleydis en Fiammetta
heks en courtisane

In 1479 is Sixtus IV de paus van dienst en hij moet een akkefietje van de overleden kardinaal Piccolomini oplossen. Die kardinaal laat aan zijn minnares Fiammetta zijn huis, nog drie huizen en een wijngaard na. Dat vindt men, zelfs in het decadente Rome, iets te kras. Als dertienjarige komt genoemde Fiammetta met haar moeder naar Rome en is nagenoeg direct de minnares van kardinaal Piccolomini. De kardinaal geniet slechts kort van haar diensten, want hij sterft binnen een jaar na hun ontmoeting. Ze stapt zijn bed in op een leeftijd die zelfs in die tijd bijna pedofilie lijkt.

Dat testament leidt tot opgetrokken wenkbrauwen. Nee, niet vanwege die leeftijd, meer vanwege de prijs-kwaliteitverhouding. De goegemeente vraagt zich af hoe vaak ze die niet zo jonge geilaard in dat ene jaar ter wille is geweest. Twintig keer, nu vooruit veertig keer? Dat is wel heel fors beloond, aan de andere kant moet zij al het harde werk doen om die oude sater de weg naar de aardse hemel op te duwen.

Wat doet de paus met een probleem waar hij geen zin in heeft? Hetzelfde als elke bestuurder en de kerkleider stelt een commissie in die dit akkefietje onderzoekt. Die commissie concludeert dat de jongedame deze nalatenschap ontvangt vanwege haar godsvrucht. Onderliggende stukken vind ik niet.

Het zou me niet verbazen als Fiammetta zelf als onderliggend stuk bij de commissieleden langs gaat om haar godsvrucht te tonen. Dat valt in die tijd absoluut niet op. Het kan natuurlijk zijn dat haar godsvrucht inderdaad zo zuiver als vers gevallen sneeuw is, tenslotte kent de R.K.kerk wonderen. Ik hou het erop dat ze bij de prelaten op schoot kruipt, dat is ze gewend en misschien brengt ze zelfs een zak geld mee.

E-book

Het verhaal zit in mijn bundel ‘Pausen, een apart slag volk.’ Wil je meer lezen? Deze link leid je naar Kobo.

Hier vind je mijn contactformulier

Zo ga je naar mijn persoonlijke Facebook

Dit is mijn Instagram account.

Deel dit artikel