katmensen

Sam sloop op zijn buik over het gras, naar de bloeiende rozenstruik. Hij had likkebaardende honger in die muis. Spieren spanden, een sprong, een piep, een hap …, het muizenleven eindigde bruut en de muis smaakte naar meer.

Gisteren had hij een prima leven, lekker lui de hele dag op de bank slapen, op tijd een bak kattenvoer. Als concessie, in ruil voor dat lekkere kattenvoer, gebruikte Sam de kattenbak. De aai af en toe vond hij prima. Voor de rest ging Sam arrogant zijn gang.

Tot Maria tegen Jan zei: ‘We laten Sam chippen, dan weten we altijd waar hij is.’

Sam was in één klap klaarwakker. Hij kende gechipte katten, zonder enige kattenlust in hun ogen en sommige zelfs aan een lijntje.

Maria en Jan dachten dat Sam van hun was, Sam wist beter. Hij stond toe dat ze hem verzorgden. Chippen! Geen gevechten meer met andere katers en omgaan met een paar leuke poezen kon hij vergeten. Lekker gillen in de nacht behoorde tot het verleden. Dat ging niet gebeuren: hij vertrok als vrijwillige zwerfkat, een VZK.

En daarom at hij onder die rozenstruik een muis. Plotseling klonk kattengesis achter hem. ‘Dit is mijn tuin …wegwezen.’

Sam viel direct aan, hij verloor nooit een knokpartij, hij viel zelfs honden aan. Nee, Sam de kater was niet voor de poes. Dat merkte dat watje een beetje laat. De kat lag vol overgave onder het zware lijf van Sam. ‘Moet ik doorbijten?’.

 ‘Je krijgt mijn voer,’ zei het watje angstig.

Het eerste klas kattenvoer smaakte Sam prima. ‘Hé, watje, hoe zit het met poezen en muizen hier in de buurt?’

‘Drie huizen verder woont een leuke poes en in de kasteelruïne vindt u massa’s muizen.’

Een laatste uithaal van zijn poot, die watjes moesten hun plaats kennen, sloop Sam naar die leuke poes.

(wordt vervolgd)

Hier vind je mijn contactformulier

Zo ga je naar mijn persoonlijke Facebook

Dit is mijn Instagram account.

Deel dit artikel