Zijn voeten roffelden op het zand tot het gespetter van het water het overnam en zonder aarzeling dook Michiel de hoge golf in. Vandaag had hij het strand nodig voor de afspraak met de zee, die hem liefdevol balsem aan zijn ziel schonk.
Vanmorgen, in de lichte slaap, voelde Michiel het opkomen. Dat donkere in het hoofd kondigde een zwartzanddag aan. Hij bleef liggen met tegen de oren de twee grote Wulkschelpen, ooit van ma gehad. Tevergeefs, vandaag hielp het zeegeruis van die schelpen niet, vandaag genas alleen het strand.
Het strand was een afspiegeling van hoe het leven voor hem in elkaar zat. Van alles rolde het leven binnen zonder dat Michiel het wilde of zag, hij merkte dingen niet op. Neurologen, psychiaters, gebedsgenezers, ma sleepte hem langs alle mogelijkheden op genezing. De diagnose bleef steevast dezelfde: zwaar autistisch, introvert. Ma probeerde medicijnen, daar kon hij niet goed tegen. Van Risperdal kreeg hij spierkrampen, Dipiperon beviel niet met die braakneigingen, met Oxazepam sliep hij vierentwintig van de vierentwintig uur en het gebrek aan eetlust, slecht slapen en buikpijn bij Ritalin brak hem op. Nee, op medicijnen reageerde hij niet goed.
Even nam Michiel de schelpen van de oren, ja hij hoorde het goed, de kerkklok in de straat sloeg tien uur. Het duurde nog een uur tot hij op z’n aftandse mountainbike sprong en naar het strand reed. De zon scheen uitbundig vandaag, na elf uur lachte het geluk op het strand hem toe. Iemand vroeg het aan hem. Dat stond vast.
Gedachteloos trok hij kleren aan en zette een kop koffie.
“Geen medicijnen meer,” zei ma. En zodra ze in de gaten had, dat het met Michiel mis was, bakte ze appeltaart. Zelfs na al die jaren, knapte hij op van de geur van appelgebak. Net zoals hij afknapte van de rook van sigaretten. Direct wierp die geur hem terug naar het uitdrukken van de peuk op zijn hand door de grootste treiterkop van de klas.
Zonder medicijnen werd het leven niet veel beter.
School was een hel, daar zorgden de pestkoppen voor, die roken een slachtoffer: “Michiel, debiel”, “Lijpkikker, rot op”, “Michiel, mongool zonder ziel”, “Engerd, ga weg.” En dat waren de vriendelijke scheldpartijen.
Meestal hield ma hem thuis, schoolbezoek werd meer en meer een uitzondering. Ma gaf zelf les. Ze maakte een afspraak met de leerplichtambtenaar.
“Je noemt hem oom, geen gezeur,” was haar opdracht, net als bij die andere mannen, die ma regelmatig ontving. Een keer betrapte ma hem glurend door het sleutelgat. Daarna sloot ze hem op in de slaapkamer voor ze zich met een oom boven terugtrok.
Hier vind je mijn contactformulier
Zo ga je naar mijn persoonlijke Facebook
Dit is mijn Instagram-account.
Geef een reactie